En toen moest ik huilen. Zomaar. In Lourdes. Nou ja, zomaar?
We waren op weg van A naar F en hadden als tussenstop twee overnachtingen op een camping in Lourdes geregeld. Wat een goede beslissing. Ik ben niet gelovig, maar Lourdes heeft me gegrepen.
In de ochtend vanaf de camping naar beneden gelopen en meteen uitgekomen bij de basilieken. Wat een serene plek. Vredig. Vol hoop. De basilieken zijn prachtig, van binnen en buiten. De missen zijn vol passie en overtuiging. De grot en de baden, pfff. Dat doet echt wel wat met je. Ook wij in de rij. Ook wij de grot aanraken. Ook wij dronken het water uit de bron. Ook wij deden daarbij een wens.
Ontroerd
Maar hoe imposant de gebouwen, de sfeer, de versieringen en de grot ook zijn, ik brak toen ik een lange stoet voorbij zag komen. Een stoet van mensen in rolstoelen en bedden, op krukken, arm in arm. Mensen, jong en oud, die hopen op genezing. Mensen die nog één keer in hun leven naar Lourdes willen. Ik kon niet verder lopen en liet de tranen de vrije loop. Besef hoe goed wij het hebben. Hoofdpijn? Verkouden? Aspirine, goed eten en drinken en slapen. Klaar. Over. Maar hoeveel mensen zijn er niet met fysieke en/of psychische klachten die mogelijk niet te genezen zijn. Mensen die alles op alles zetten om die reis naar Lourdes te maken. Hoop op genezing. Berusting. Wat nou zeuren over niet kunnen lopen? Wat nou moeilijk doen over de lange vermoeiende reis? Wat nou pijn?
Dat besef deed mij pijn en maakte me blij en dankbaar tegelijk. Ik voelde meteen: ik wil een keer als begeleider mee op (bedevaarts)reis naar Lourdes. Gelovig of niet. ‘Gewoon’ als mens steun bieden.
Vraag
Voordat ik heel het internet afstruin naar organisaties die begeleiders zoeken, een oproep aan jullie. Kennen jullie organisaties die niet-gelovigen als begeleider aannemen? Stuur je mij dan een berichtje?
Dank!